Stimuleringsbeleid van laag naar hoog Nederland zal nog eeuwen lang irrationeel zijn, maar we moeten wel vertrouwen houden in technologie en instituties.

Het debat over de zeespiegelstijging is in volle gang, vooral in relatie tot de discussie over woningbouw: waar wel/niet bouwen, hoe te bouwen. Mijn standpunt: in binnendijkse gebieden met een beschermingsniveau tegen dijkdoorbraken van 1:1000 of strenger is het niet nodig in de ruimtelijke ordening met de zeespiegelstijging rekening te houden. Ons verder te ontwikkelen systeem van dijken, dammen, gemalen en regelwerken kan voor Nederland deze beschermingsniveaus handhaven tot een zeespiegelstijging van tien meter en zelfs meer. Dit is niet simpelweg een kwestie van dijkverhoging. Het is complex, en NL+X verbeeldt met Flows Maps het oplossingsspectrum, inclusief synergiekansen tussen veiligheid en natuur.
Stimuleringsbeleid van laag naar hoog Nederland zal nog eeuwen lang irrationeel zijn, maar we moeten wel vertrouwen houden in technologie en instituties.
Samen Sterk is een concept om het benedenrivierengebied veilig tegen overstromingen te houden als de zeespiegel stijgt. De vondst van Samen Sterk is om de bestaande Maeslantkering niet te vervangen, maar aan te vullen met een extra stormvloedkering, ter hoogte van Hoek van Holland: de Hollandkering. Juist het samenspel tussen twee stormvloedkeringen reduceert hoge waterstanden en maakt waterberging aan de zuidkant en gemalen aan de westkant effectiever. Bovendien wordt het met twee stormvloedkeringen mogelijk om onderhoud aan de één te plegen terwijl de ander in gebruik blijft. Samen Sterk beoogt daarmee vooral kostenbesparing op dijkversterkingen, het zo lang mogelijk behouden van een open verbinding met de zee voor scheepvaart en ecologie, en betere ontwikkelingsvoorwaarden voor het buitendijks gebied en de dijkzones.
Op zoek naar alternatieven voor dijkversterking langs de benedenrivieren onder zeespiegelstijging – een verkenning.
Moet Nederland het westen prijsgeven aan het water? Watermanagers: ‘We worden onnodig bang gemaakt’. Nederland moet zich niet nu al voorbereiden op scenario’s in de heel verre toekomst, maar kan beter vertrouwen op waar het land al eeuwen goed in is: water buiten de deur houden. „Laat die zee maar komen.”
In Het water komt, maar wees niet bang stelde Ties Rijcken dat potentieel beleid om vanwege de zeespiegelstijging niet meer in diepe polders te bouwen meer kwaad doet dan wat het concreet oplevert. Hier gaat hij in op de reacties die hij kreeg. Over duurzaamheid en natuurherstel, het ontrafelen van deelproblemen, technologie, en vertrouwen in de toekomst.
De adaptatiekosten aan een stijgende zee zijn in een vereenvoudigde benadering voor Nederland 75 miljard euro per meter zeespiegelstijging, waarvan ruwweg de helft voor de waterkeringen, een kwart voor de kust, een kwart voor het buitendijks gebied en een klein deel bemalingskosten. Deze berekening wekt hopelijk enig vertrouwen in de toekomst, maar de zespiegelstijging is natuurlijk nog geenszins een gelopen race. Wij gaan ervan uit dat het huidige systeem wordt behouden en meegroeit met de zeespiegelstijging. Oplossingen om de versterkingen van de kustbescherming kostenefficiënter te maken zijn buiten beschouwing gelaten. Er is aangenomen dat de waterstanden in de Oosterschelde, Haringvliet en Grevelingenmeer evenveel meestijgen met de zeespiegel en dat dus ook de keringen langs deze meren mee moeten groeien.
Minder woningen bouwen in diepe polders om de zeespiegelstijging aan te kunnen, is volgens waterexpert Ties Rijcken niet de juiste oplossing. “Ik maak me ook zorgen, maar niet over de vraag of Nederland de zeespiegelstijging aan kan”, stelt Rijcken in zijn betoog ‘Het water komt, maar wees niet bang’ op de website van De Correspondent. Volgens Rijcken moeten we vertrouwen hebben in de technologie en de Nederlandse expertise in de waterbouw en het waterbeheer.
Er gaan steeds meer stemmen op om vanwege de zeespiegelstijging minder nieuwe huizen te bouwen in de diepe polders in West-Nederland. Maar dat is onterecht: als er één land is dat het wassende water aankan, dan is het Nederland.
Three experts (TU Delft, government, industry) debate three propositions. This time: Rutger de Graaf, Fransje Hooijmeijer en Ties Rijcken. Should we only build above sea level from now on? Can we combine this with other challenges? Is climate-robustness psychological?
Het advies van de Deltacommissaris over woningbouw in december houdt me nog steeds bezig. De teneur van het advies als geheel komt op mij over als het pogen te beperken van anderen. Je kan als waterbeheerder ook zelf initiatief nemen, faciliteren of aanmoedigen (zie mijn H2O water en woningnood column). Dit is een fundamenteel verschil. Als je aangeeft dat iemand anders iets niet mag, hoef je zelf niks te doen. Als je aangeeft de ander te willen ondersteunen, moet je aan de bak. Ook de terechte wens om als waterbeheerder tijdig mee te praten krijgt dan een andere invulling.
In 2020 publiceerde ik het essay Het einde van Nederland, met een sigarendoosberekening van zeespiegelniveaus waarbij de kosten voor het behouden van delen van Nederland (met duinen, dammen, dijken en polderbeheer) even groot zijn als het terugtrekken (door uitkopen): het “break even punt”. Voor Vlieland ligt dit op 65 centimeter, Texel 1,2 meter, Walcheren 12 meter, Noord Nederland 25 meter en geheel laag Nederland 145 meter. Ik had gehoopt dat het idee van terugtrekken uit laag Nederland met deze berekening afgedaan zou zijn, maar tot mijn schrik hintte de Deltacommisaris in december naar het herverdelen van verstedelijking van laag naar hoog Nederland.
Een nieuwe kijk op de sedimenthuishouding in de zuidwestelijke delta: voor veiligheid, aquacultuur, landbouw, natuur en landschap. In gesprek over visie, handelingsperspectieven en het belang van intergetijdennatuur onder een stijgende zeespiegel.
Alles verandert, alles stroomt. In navolging van de motie-De Groot/Bromet zullen we vanaf nu hoogstwaarschijnlijk waterveiligheid, natuur en andere ruimtelijke vraagstukken gaan verbeteren langs een meetlat van ruimtelijke kwaliteit. Bij ruimtelijke kwaliteit gaat het om informatie en vooral om inspiratie. In het boekje van Staatsbosbeheer 25 jaar NURG, Nadere Uitwerking Rivierengebied: 25 jaar kansen pakken en volhouden, kijken twee ministers terug op 6.700 hectare nieuwe riviernatuur ontwikkeld tussen 1995 en 2020. Ik stelde me voor dat er in 2050 een boekje zou verschijnen over een Nadere Uitwerking Ruimtelijke Kwaliteit. Twee ministers blikken weer tevreden terug, ditmaal op een tijdvak waarin ruimtelijke kwaliteit centraal kwam te staan in het Nederlandse waterbeleid. Niet 25 jaar NURG, maar 29 jaar NURK.
“Help, de waddenzee verdrinkt!” Hoe sneller de zeespiegel stijgt, hoe vaker deze noodkreet klinkt. De zin doelt natuurlijk niet op de zee zelf, maar op de intergetijdegebieden. Dit zijn ecologisch unieke gebieden met een bioproductie even groot als een tropisch regenwoud, met kraamkamers voor tiental…
Een kust die bruist! Van natuurlijke en economische dynamiek, juist als de zeespiegel stijgt. Innovatieve veiligheidsconcepten die een kust laten meegroeien met de zeespiegelstijging. Een moderne kijk op natuurontwikkeling, landbouw en economische productiviteit. Ruimtelijke kwaliteit die uitnodigt t…
“We kunnen natuurlijk altijd nog verhuizen naar de hoge zandgronden!”. Er volgt gelach en instemmend geknik. Zo eindigt vaak een creatieve sessie over de toekomst van watermanagement in Nederland. Ligt het einde van de Lage Landen inderdaad in de Noordzee?
My PhD dissertation (the “Tiesis”): In 1986, the completion of the Eastern Scheldt barrier made Dutch flood risk policymaking world famous. What has happened since then? The comprehensive historical policy analysis in this thesis identifies three trends. National investments in flood protection have continued and were strongly supported by refined risk and acceptable risk analyses. The interplay between flood risk reduction and other water system objectives played a major strategic role and can be described by an upward movement in ‘Maslow’s hierarchy for water infrastructure development’, a concept introduced in this thesis. Nature development and landscape quality have become increasingly important, but a policy discourse analysis reveals a struggle to get to grips with these objectives and to find a balance between quantitative and narrative decision support.
Zes jaar na het spannende Afsluitbaar Open Rijnmond, een idee van de Deltacommissie 2008 en de TU Delft, lijkt de nabije toekomst van Rijnmond-Drechtsteden beklonken met een veilige deltabeslissing, degelijke buitendijkse bouwregelgeving en een hernieuwd kierbesluit. Maar toen kwam een groep Delftse oudgedienden opeens met een nieuw megaplan. De toekomst is ongewis, maar van het verleden valt veel te leren.
Varianten voor een configuratie van aanvullende beweegbare keringen in de Rijnmond ten oosten van de Maeslantkering en de Hartelkering.
It is possible to reduce flood risk in estuaries without having to drastically modify the river banks by levees or to block shipping routes and ecological flows by dams. ‘Storm surge barriers’ close off a river mouth at times of high sea water levels, but keep the river open during calmer times. ‘Moveable river flood barriers’ direct a river towards less urbanised parts of the delta. It is likely that with climate change and continuing economic growth more of these barriers will be built worldwide. The influential Dutch state commission the ‘Delta Commission’ has adopted an idea by Delft University of Technology to flood-proof the Dutch Rhine-Meuse delta by a number of existing and new moveable barriers. These will direct high water flows in desired directions, particularly at times when a storm at sea coincides with high river discharges. This would create a historically complex system of flood defenses, thus needing thorough modelling and more detailed design to evaluate benefits and costs.
De Technische Universiteit Delft schreef in de lente van 2008 een adviesrapport voor de tweede Deltacommissie en plaatste daarin een kleurrijke tekening van een alternatief voor de lange-termijn waterveiligheid van Rotterdam en de Drechtsteden. De Deltacommissie illustreerde met de tekening hun ‘afsluitbaar open’ aanbeveling voor de Rijnmond, en adviseerde om daar op korte termijn nader onderzoek naar te doen. Inmiddels is de studie ‘Afsluitbaar Open Rijnmond – een eerste integrale verkenning’ uitgevoerd, onder leiding van dezelfde onderzoekers die de oorspronkelijke schets maakten voor de Deltacommissie, in opdracht van Rotterdam Climate Proof en Kennis voor Klimaat. Deze studie leverde zes deelrapporten en dit integratierapport.
An integrated system approach to floodproofing the Rhine and Meuse estuaries in the 21st century; in the spring of 2008, Delft University of Technology wrote a report for the second delta committee, a body set up to advise the dutch government and parliament on the Netherlands’ long-term flood risk policy. The delft report included a colourful drawing of a solution for Rotterdam and the drecht cities, and the delta committee used this image to illustrate their ‘closable-but-open’ recommendation for the Rhine-meuse estuary and explicitly recommended further research.
Het waterbeheer van de toekomst. Weinig dijkverhogingen, wel veel regeltechniek. In de Controlekamer van de toekomst registreert Rijkswaterstaat in Lelystad alle actuele waterstanden, waterstromen, temperaturen, zoutgehaltes en ecosystemen van de Nederlandse rivieren en de delta. Verwachtingen voor de komende tien dagen zijn beschikbaar over rivierafvoeren, neerslag, getijde, wind. Alle grote sluizen, stuwen en pompen van het hoofdwatersysteem kan de Controlekamer vanaf hier aansturen, alsof Nederland een procesfabriek is.